Het Kabinet

 

 

“à...à...aaah!”

Ana Torfs


22 november 2003 – 18 januari 2004

 

français

“à...à...aaah!”

Eerst en vooral het verlangen (de behoefte?), ‘nel mezzo del cammin di nostra vita’ misschien, om terug te keren naar de bron, toen schijnbaar nog niets vastlag maar alles zich toch reeds aftekende. De belangrijkste vraag stellen: hoe alles is begonnen, en ze beantwoorden met het eerstgeboren letterteken, de beginletter kleine a. De a der jonge jaren, toen kunst nog kinderspel was, als je tenminste wil aannemen dat kunst niets anders is dan de zeer levendige, gekoesterde herinnering aan een bepaalde toestand van volmaakte en trillende perceptie van de wereld en zichzelf.
    Zo zou het dus allemaal beginnen: het zelf, de wereld en de toeëigening van de een door het ander in het spel: rollenspel, spel van identiteiten en objecten: theater, theater dus en in de eerste plaats, als een schoot waaruit alles zou voortkomen, de beelden, geluiden, woorden (‘Words, words, words’), de zang en al die onzekerheid, die zelfs de grondslagen van de werkelijkheid zal aantasten: als ik mezelf niet ben, wie mag jij dan wel zijn? En welk is dan de waarheid die door een steeds terugkerend zeemanstruitje schijnt te worden uitgedragen, uitgeschetterd op een bazuin van holle faam? Verschuiving, illusie, spektakel. De wereld is een schouwtoneel, maar wanneer kinderen er verschijnen om een voorstelling te geven, doen ze dat altijd met grenzeloze ernst.
    Het zou ze immers wel eens het hoofd kunnen kosten – zoals die ene koning, onthalsd omdat hij als dienaar niet kon overtuigen –, of hun nachtrust (dromen, raadselachtige tekens, ingestorte kastelen, apenkuren, maskers, ondoorzichtige schermen, figuren zonder gezicht en spiegels zonder beeld), en geen geneesmiddel, geen hulp valt ditmaal te verwachten van dokter Sigmund, Oedipus is nog steeds blind op de dool, wankelend in de duisternis van een droom. Gelukkig waakt het antieke vrouwenkoor dat het verhaal zal kunnen vertellen. In het boek dus zal het kind zich voortaan verdiepen, vol overgave en vol vertrouwen.
    Aldus verliep A´s kindertijd, zo stel ik het me voor. Er halverwege een kunstenaarsleven naar terugblikken komt neer op een dubbele (h)erkenning. Eerst en vooral de verschuldigde eer betonen: de eerste kleine a, de a van de kindertijd wordt, met een accent, het Franse voorzetsel dat aan het meewerkend voorwerp, aan de datief voorafgaat, en geven krijgt hier de betekenis van een teruggave. Vervolgens in herinnering brengen en herkennen hoe het was, met een soort van hervonden vanzelfsprekendheid die ongetwijfeld de verrukt uitgeroepen aaah! uit de titel ontlokt. Ach ik schrijf er slechts wat woorden over, maar Ana Torfs´ beelden zijn stil, dit wil zeggen sprekend. Zoals de in-fans, het kind dat niet praten kan maar toch zo scherpzinnig is.

Jean Torrent

(uit het Frans vertaald door Catherine Robberechts)

 


La narration (une histoire extraordinaire), 2000   (90 x 140cm)


Anagramme, 2003   (60 x 90cm)


Révolution, 2003   ((2x) 60 x 40cm)


Trompe l´œuil, 2003   (40 x 60cm)



PUBLICATIES


“De neef van Beethoven”

Ana Torfs realiseerde in 1998 de film “Zyklus von Kleinigkeiten” (Cyclus van kleinigheden), gebaseerd op de aantekenboekjes van Ludwig Van Beethoven, waarin iedereen zijn vragen aan de dove componist kwijt kon. Tijdens het draaien van de film werden foto´s gemaakt met het oog op de samenstelling van dit boek.

Uitgever: Yves Gevaert, 1999
Hardcover, ingebonden
168 pp (Eng/Ned/Fr/Duits)
Ontwerp: Filiep Tacq en Ana Torfs
ISBN: 2–930128–11–9
http://users.skynet.be/yves.gevaert/


“Du Mentir-Faux”

Wie Jeanne d´Arc zegt, denkt aan een androgyne heldin, de prachtige films van Dreyer en Bresson, een pervers spel van vraag en antwoord, een gepijnigd lichaam, een belegen symbool… Wat gebeurt er wanneer een kunstenaar, met dit alles in het achterhoofd, de historische bronnen opnieuw ter hand neemt? En wat voor beelden zou dat opleveren? Ana Torfs toont het ons in de tentoonstelling “Du Mentir-Faux”. Dit boek maakt er deel van uit en bevat, naast Ana Torfs´ lezing van de procesteksten uit 1431 en 1456, een essay van Dirk Lauwaert.

Uitgever: Vereniging voor Tentoonstellingen van het Paleis voor Schone Kunsten, Brussel, 2000
Hardcover, ingebonden
124 pp (Fr/Ned/Eng)
Ontwerp: Filiep Tacq en Ana Torfs
ISBN: 90–74816–24–x


“Elective Affinities/The Truth of Masks & Tables of Affinities” (2000–2002)

In de herfst van 2002 presenteerde Ana Torfs in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel een complexe installatie, met onder andere de bedrukte plano-vellen (70 x 100cm), gepresenteerd op 14 leestafels, van een ‘boek-in-wording’: ‘Een soort leesverslag waarin ze fragmenten uit diverse literaire, (auto) biografische en historische werken op een heel vrije, associatieve wijze met elkaar verbindt. Sommige citaten onderscheiden zich door een algemene, bijna programmatorische waarde: reflecties over de ‘methode’ die Ana Torfs heeft gehanteerd (het werken via associatie en suggestie, het volgen van affiniteiten en correspondenties eerder dan een hechte rationele structuur) of ruimer – ideeën over wat een kunstwerk is of zou moeten zijn. Het verband tussen een fragment en het volgende schuilt soms in een enkel woord. Toch gaat het hier overduidelijk niet om een document, wel om een zorgvuldig gecomponeerd geheel – een werk op zich, ook een beeld op zich. Een overgroot deel van de verzamelde fragmenten gaat over de politieke geschiedenis van Europa in de negentiende en twintigste eeuw: verhalen, getuigenissen en beschouwingen over oorlogen, vervolging, exil… Een bij voorbaat verloren poging om door het ordenen van historische vraagstukken en het verzamelen van herinneringen iets te leren over de oorsprong van het onrecht en geweld waar we dagelijks mee worden geconfronteerd; of iets te leren van hen die, soms door daden, soms alleen maar door te denken en te schrijven, weerstand hebben willen bieden tegen de perversiteit van de geschiedenis.’ (Catherine Robberechts in “Forwart”, catalogus bij de tentoonstelling.)
Bij een bezoek aan de tentoonstelling ontdekten we Ana Torfs´ tekst op een heel vrije en gefragmenteerde wijze. Nu presenteert ze deze luxe-editie – de tot katernen geplooide en op maat gesneden plano-vellen – waardoor je de volledige tekst nu ook als “ boek” kan lezen.

Editie van 30 exemplaren, genummerd en getekend door de kunstenaar. 7 katernen van 16 geïllustreerde pagina´s, off-set druk op Freelife vellum papier, gepresenteerd in foedraal en chemise, 112 p., Engels.
Vormgeving: Jurgen Persijn en Ana Torfs.
Voor andere inlichtingen over deze editie, gelieve zich te wenden tot Ana Torfs.